Gezondheid en veiligheid op het werk

In België moet de werkgever maatregelen nemen om de gezondheid en de veiligheid van de werknemers op het werk te garanderen.

De werkgever moet zijn werknemers beschermen met behulp van een dynamisch risicobeheerssysteem: hij moet een risicoanalyse uitvoeren en preventiemaatregelen mee uitwerken.

Risicoanalyse

De werkgever moet nagaan aan welke risico’s werknemers blootgesteld kunnen worden om te bepalen welke preventiemaatregelen nodig zijn.

Er bestaan meerdere methodes voor risicoanalyse en er is geen enkele verplichting om één specifieke methode te gebruiken. In de publicatie over Risicoanalyse van de FOD Werkgelegenheid staan enkele methodes beschreven. Een daarvan, de SOBANE-strategie, staat uitgelegd in de algemene brochure op de website FOD Werkgelegenheid

In een kleine of middelgrote onderneming moet de werkgever zelf de voornaamste risicofactoren kunnen identificeren aan de hand van de Déparis-gids. Hij wordt daarbij geholpen door een externe preventieadviseur van een externe dienst voor preventie en bescherming. De FOD Werkgelegenheid ontwikkelde een handige gratis tool, ‘Online interactive Risk Assessment’ (OiRA). OiRA is een internetplatform waarmee ondernemingen sectorale risicobeoordelingstools kunnen creëren in eender welke taal. Hiermee kunnen ze risicoanalyses uitvoeren en preventiemaatregelen bepalen.

In grotere ondernemingen moet men een interne dienst voor preventie en bescherming (IDPB) inrichten. Heeft deze dienst voor bepaalde taken en opdrachten onvoldoende deskundigheid in huis, moet een externe dienst voor preventie en bescherming (EDPB) ingeschakeld worden.

De werkgever mag voor specifieke problemen beroep doen op deskundigen van buiten de onderneming die niet behoren tot een externe dienst.

Raadpleeg voor meer informatie:

Het vastleggen van preventiemaatregelen

Na de risicoanalyse legt de werkgever de preventiemaatregelen vast in een globaal preventieplan (GPP), dat een overzicht geeft van de aanwezige risico’s in de onderneming en vertelt wat men moet doen om deze risico's te voorkomen, ze bij de bron uit te schakelen of te beperken.

Interne Dienst voor Preventie en Bescherming (IDPB)

Elke werkgever moet een interne dienst voor preventie en bescherming (IDPB) oprichten. Daartoe heeft elke werkgever minstens één interne preventieadviseur (IPA).

Heeft de onderneming minder dan 20 werknemers, kan de werkgever deze functie zelf uitvoeren.

Wanneer het voor die interne dienst zelf niet mogelijk is om alle toevertrouwde opdrachten te vervullen, moet de werkgever bijkomend een beroep doen op een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPB).


Het jaarverslag van de interne dienst: een verplichting voor de IPA

Het jaarverslag brengt alle gegevens van het afgelopen jaar samen over de veiligheid en gezondheid van de werknemers van de onderneming. Het opstellen van het verslag is een taak van de interne preventieadviseur (IPA).

Raadpleeg voor meer informatie de pagina Jaarverslag van de Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk op de website van de FOD Werkgelegenheid.

Raadpleeg voor meer informatie

Vele ondernemingen of instellingen die op eenzelfde arbeidsplaats werknemers aan het werk hebben, moeten samenwerken aan maatregelen voor het welzijn van hun werknemers. Meer informatie hierover staat op de pagina Coördinatie op de arbeidsplaats van website van de FOD Werkgelegenheid.

Hetzelfde geldt voor de coördinatie tussen de werkgever van een onderneming en derden van buiten deze onderneming (werkgevers of zelfstandigen) die werkzaamheden of activiteiten in deze onderneming uitvoeren. Raadpleeg de pagina Werken met derden op de website van de FOD Werkgelegenheid voor meer informatie.

Het opstarten van een tijdelijke of mobiele bouwplaats (TMB) moet aan de bevoegde buitendienst van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk gemeld worden.

Raadpleeg voor meer informatie de pagina Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen op de website van de FOD Werkgelegenheid.

In België moeten specifieke maatregelen genomen worden om jonge werknemers te beschermen:

  • Risicoanalyse: de werkgever moet de risico’s beoordelen in verband met de veiligheid en gezondheid van jonge werknemers.
  • Verbod op gevaarlijke arbeid: wanneer bepaalde taken te veel risico met zich meebrengen, mogen ze niet uitgevoerd worden door jongeren. Het gaat bijvoorbeeld om blootstelling aan toxische stoffen of stralingen.
  • Er zijn specifieke vereisten op het vlak van onthaal en begeleiding van jonge werknemers.
  • Er moet gewaakt worden over de gezondheid van jonge werknemers.

Raadpleeg de pagina Jongeren op het werk op de website van de FOD Werkgelegenheid om na te gaan wie als jonge werknemer wordt beschouwd en welke specifieke maatregelen gelden.

Bij een arbeidsongeval

Elke Belgische werkgever is verplicht om zijn werknemers die een loon krijgen te verzekeren tegen het risico op arbeidsongevallen bij een hiervoor erkende verzekeringsonderneming.
Een werknemer moet elk ongeval waarvan hij het slachtoffer is geworden op de arbeidsplaats of op de weg naar en van het werk melden aan zijn werkgever. De werkgever is verplicht het ongeval binnen 8 dagen te melden aan zijn verzekeringsonderneming.

De verzekeringsonderneming zal dan beslissen of het ongeval wordt erkend als arbeidsongeval.

Als de verzekeringsonderneming weigert het ongeval te erkennen, kan aan Fedris gevraagd worden om een onderzoek in te stellen naar de beslissing van de verzekeringsonderneming.

Bij een beroepsziekte

Alle werkgevers uit de privésector zijn in principe automatisch verzekerd tegen beroepsziekten. Overheidsdiensten verzekeren over het algemeen zelf hun werknemers tegen beroepsziekten.

Een preventieadviseur-arbeidsgeneesheer is wettelijk verplicht om Fedris en de FOD Werkgelegenheid te informeren als hij bij een werknemer een ziekte vaststelt waarvan hij vermoedt dat die werd veroorzaakt door zijn beroepsuitoefening. Een werknemer vraagt zijn vergoeding aan bij Fedris door het formulier 501N op de website van Fedris in te vullen en zijn arts te vragen om het formulier 503N op de website van Fedris in te vullen. Zodra Fedris beide formulieren en eventuele medische bewijsstukken in bezit heeft, kan het een onderzoek opstarten.

Bij een ernstig of zeer ernstig arbeidsongeval

Een ‘ernstig arbeidsongeval’ is een ongeval op de werkplek dat, omdat het zo ernstig is, grondig onderzocht moet worden. Er moeten vervolgens preventieve maatregelen uitgewerkt worden om te voorkomen dat een dergelijk ongeval nog eens gebeurt.

De toe te passen procedure in geval van ernstig arbeidsongeval omvat in de praktijk drie stappen:

  1. Het ernstig arbeidsongeval wordt onmiddellijk door de bevoegde preventiedienst of -diensten onderzocht.
  2. Wanneer het arbeidsongeval een ‘zeer’ ernstig karakter heeft, wordt het onmiddellijk aan de bevoegde ambtenaren gemeld.
  3. Een omstandig verslag over het ongeval wordt binnen de tien dagen na het ongeval aan de arbeidsinspectie bezorgd.

Raadpleeg voor meer informatie de pagina Procedure bij een ernstig ongeval op de website van de FOD Werkgelegenheid.

De werkgever moet een zeer ernstig arbeidsongeval (dodelijk of met blijvende invaliditeit) onmiddellijk melden op het nummer +32 2 235 53 00 aan de inspecteur van dienst.

Specifieke gevallen

Bepaalde arbeidsongevallen moeten ook aan andere autoriteiten worden gemeld:

In België is de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg de bevoegde nationale instantie voor gezondheid en veiligheid op het werk. De FOD is verantwoordelijk voor de voorbereiding, de bevordering en de uitvoering van het beleid over welzijn op het werk.

Binnen de FOD Werkgelegenheid moet de Arbeidsinspectie – Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk toezien op de naleving van het welzijnsbeleid op het werk door een adviserende, preventieve en repressieve rol te spelen.

Het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s Fedris is het expertisecentrum op het vlak van beroepsrisico’s, in het bijzonder bij arbeidsongevallen en beroepsziekten.
Werknemers uit de volgende sectoren kunnen terecht bij Fedris:

  • Bij arbeidsongevallen: de privésector en in beperktere mate de publieke sector
  • Bij beroepsziekten: de privésector en de plaatselijke en provinciale overheidsdiensten

Zelfstandigen kunnen terecht bij Het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ)

Als een risico wordt vastgesteld, kan men een klacht indienen bij de bevoegde regionale directie voor Toezicht op het welzijn op het werk. De contactgegevens, de territoriale bevoegdheid en de openingsuren van die regionale directies staan op de pagina Regionale directies voor Toezicht op het welzijn op het werk op de website van de FOD Werkgelegenheid

Contacteer in eerste instantie de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk van de werkgever. In tweede instantie kan u contact nemen met de regionale directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk die bevoegd is voor de plaats waar de werkgever gevestigd is.

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Federaal agentschap voor beroepsrisico’s (Fedris)

  • Sterrenkundelaan 1 - 1210 Brussel
  • Tel.: +32 (0)2 272 20 00
  • Website: www.fedris.be